De bibliotheek bestaat al 120 jaar in Nederland. In deze tijd is het net als een kameleon vaak van gedaanten verwisseld. Hoe houdt de bibliotheek zich staande in de digitale tijd en wat is de plaats van de bibliotheek in de toekomst?
Tekst: Jasper Knegt
Beeld: Sammy Stasse
In de openbare Amsterdamse bibliotheek aan de Oosterdok zit een groepje oudere mensen achter een computer. Ze kijken met z’n allen naar een pagina waarop de dienstregeling van het openbaar vervoer te zien is. Een man van middelbare leeftijd slaakt een zucht wanneer de computer niet doet wat hij wilt. Verderop zit een groepje studenten achter hun laptop te leren voor een tentamen. Voor hen staan flesjes water en een volle tas met eten. Ook ligt er op hun tafel een kleine stapel schoolboeken die zij open hebben geslagen. Hun ogen zijn hier niet op gericht, wel op het scherm van hun laptop. Ook zit er regelmatig een student op zijn telefoon, achter het laptop scherm.
Een heel korte geschiedenis van het bibliotheekwezen
De bibliotheken in Nederland veranderen door de tijd heen, van de ´oude´ functie, waarbij het enkel gaat om het lenen van boeken, naar de vernieuwde functie van de bibliotheek binnen deze gedigitaliseerde wereld. Veel bibliotheken hebben door de vergaande gemeentelijke bezuinigingen hun deuren moeten sluiten of zij hebben zich moeten aanpassen aan de gedigitaliseerde wereld. Ondanks deze aanpassingen wordt de bibliotheek nu ook nog steeds gezien als een ontmoetingsplek voor jong en oud, ook blijven boeken de centrale functie innemen binnen de bibliotheek.
In de Marokkaanse koningsstad Fez staat de oudste nog werkende bibliotheek in de Al-Qarawiyyin moskee. De Al-Qarawiyyin moskee opende haar deuren in het jaar 859 en wordt omschreven als een mysterieuze plek met een oneindige hoeveelheid aan kamers. In zijn collectie heeft het een negende eeuwse Koran geschreven op kamelenhuid in Kufic, de oudste vorm van het Arabisch schrift.
In mei 1899 opende de allereerste openbare bibliotheek van Nederland in Dordrecht. Later volgden de steden Utrecht, Den Haag, Rotterdam, Groningen en Leeuwarden en gezamenlijk richtten zij in 1908 de Centrale Vereniging voor Openbare Leeszalen en Bibliotheken op. Deze overkoepelende organisatie heeft voor veel ontwikkeling binnen het bibliotheekwezen gezorgd, zoals voor de groei van leeszalen binnen bibliotheken, oftewel de ‘leeszaalbeweging’.
De landelijke openbare bibliotheken ontstonden in de jaren zeventig en de wet op het openbaar bibliotheekwerk werd in 1975 ingevoerd. Dit leidde tot een sterke toename in het aantal vestigingen en hierdoor ook een sterke toename in het gebruik van de bibliotheek, zoals ook te zien is in de centrale bibliotheek van de OBA aan de Oosterdok in Amsterdam.
De OBA
Als je de Openbare Bibliotheek Amsterdam (OBA) aan de Oosterdok binnenloopt, zie je veel studenten achter hun laptops. Op de onderste verdieping staan vooral computers en er zijn weinig boeken te zien. Pas op de tweede etage staan boekenkasten met Nederlandse literatuur. Boven in de openbare bibliotheek Amsterdam zit een restaurant en de wifi is niet gratis, zoals in vele andere bibliotheken buiten de stad wel. De OBA heeft namelijk voor één miljoen euro moeten bezuinigen. Dit hebben zij gedaan door te bezuinigen op personeel en door mensen te laten betalen voor een half uurtje op de wifi.
De OBA digitaliseerde in de jaren negentig om mee te gaan met de wensen van de consument, die naast het lezen van boeken ook van het internet gebruik wilde maken. Wie vaak in deze bibliotheek komt is bekend met de vele studenten en middelbare scholieren die hier aan het studeren zijn. Veel van deze jongeren zitten hier de gehele dag en klagen over de slechte koffie, weinige stopcontacten en het internet waarvoor je moet betalen. Zo ook de student Mark, die in de bibliotheek kwam om te gaan werken aan een groepsproject. Hij schrok door de, in zijn ogen, hoge kosten voor de wifi en is uiteindelijk ergens anders gebruik gaan maken van het internet. Veel van de studenten delen de zorgen van Mark en missen vooral een goede internetvoorziening in de bibliotheek. Aan de andere kant heb je de mensen die zich eigenlijk best wel irriteren aan deze vloedgolf van scholieren en studenten in de bibliotheek. Zo ook Marieke die de bibliotheek heeft zien veranderen door de tijd heen. Nu ziet ze steeds meer studenten die alleen maar in de bibliotheek komen om kabaal te maken en te ´chillen´.
De bieb als ontmoetingsplaats
De bibliotheek moet zichzelf opnieuw uitvinden staat in het Bibliotheek anno 2025 rapport van de commissie Cohen. De bibliotheek moet volgens dit rapport een knooppunt zijn voor kennis, contact en cultuur. De primaire taak van de bibliotheek blijft geletterdheid, ook ICT-geletterdheid. Waarmee bedoeld wordt dat bibliotheken een laagdrempelige toegang tot informatie verschaffen en een ontmoetingsplaats zijn in een samenleving die steeds meer individualiseert.
In de openbare bibliotheek is de functie van de bibliotheek als ontmoetingsplaats springlevend. Oudere mensen lezen een tijdschrift of zitten in het vernieuwde restaurant beneden te praten en een kopje thee te nuttigen. Als je met de roltrappen naar boven gaat zie je scholieren met elkaar in gesprek over hun schoolwerk dat ze voor het eindexamen moeten doen. Boven in het restaurant zit een stelletje samen te eten en de toeristen kijken vol bewondering naar het uitzicht van de stad, bij het viewpoint op de bovenste verdieping. Zij zien hier de schoonheid van Amsterdam van bovenaf.
Minder bezoekers/bezuinigen
Steeds meer mensen lenen e-books bij de digitale bibliotheek, die de OBA in samenwerking met andere bibliotheken aanbiedt. Ook zijn cd’s nu gratis te lenen, maar de cd collectie is niet meer zo uitgebreid als deze vroeger was. De bibliotheek is een plaats geworden waar mensen gebruik kunnen maken van stilteruimtes en de beschikbare bibliotheek computers. Dit klinkt positief voor de bibliotheken, toch wordt de bibliotheek minder bezocht dan voorheen.
Door het gehele land heen verdwijnen er bibliotheken. Zij heeft veel moeten bezuinigen, gemiddeld zo een tien procent van het budget. Hierdoor zijn verschillende bibliotheken al gesloten en anderen zijn zeer geminimaliseerd. Ook dreigt er een gedeeltelijke sluiting voor een aantal bibliotheken in Amsterdam. Hierdoor moeten de mensen die hun dagelijkse krantje willen lezen naar een andere bibliotheek uitwijken. Tevens dreigt hierdoor de sociale ontmoetingsplaats in de wijk te verdwijnen. Verscheidene bibliotheken in Amsterdam hebben hun deuren al moeten sluiten, vooral in het stadsdeel Nieuw-West, waar de bezuinigingen bijna dertig procent van het budget bedroegen.
De jongere generatie
Kinderen en jongeren komen in tegenstelling tot volwassen nog wel in grote aantallen in de bibliotheek stelt het CBS in een onderzoek uit 2017. Kinderen in het basis- en voortgezet onderwijs geven aan weinig tot geen boeken in huis te hebben, dit werd onderzocht door de Universiteit van Amsterdam. Wel hebben deze kinderen minimaal drie digitale apparaten in huis. Ook blijkt dat het leesplezier afneemt wanneer kinderen de overgang maken tussen het basis- en voortgezet onderwijs. Binnen deze leeftijdscategorie neemt het gebruik van digitale media toe. Deze leerlingen besteden meer tijd aan het onderhouden van contact met leeftijdsgenoten, sociale media en gamen.
Ook werd binnen het onderzoek aangetoond dat 87% van de leerlingen van het voortgezet onderwijs, lid is van de bibliotheek. Van deze leerlingen gebruikt 17% minstens eens per maand de bibliotheek computer. Wel wordt deze computer vaker gebruikt om de catalogus van de bibliotheek te raadplegen en niet voor andere bezigheden.
In een documentaireserie over de bibliotheek spreekt Frans Bromet een aantal scholieren die de bibliotheek bezoeken. Deze scholieren geven aan dat zij vooral lezen op hun smartphone. Zij lezen Whatsapp-berichten: ‘En dat hoort eigenlijk ook bij lezen. Echte boeken lezen, dat hoort bij school.’ Deze scholieren komen vooral in de bibliotheek voor de wifi en om te chillen. Voor hen is de bibliotheek een plaats om hun vrienden te ontmoeten.
Meer dan alleen boeken
De bibliotheek is dus niet enkel een plek om te computeren of boeken te lenen. Doordat de bibliotheek ook wordt gezien als een ontmoetingsplek voor meerdere mensen en om de bieb toekomstbestendig te maken, worden er verscheidene cursussen aangeboden. Zo wordt er door deskundigen en vrijwilligers uitgelegd aan ouderen en werklozen hoe zij de computer kunnen gebruiken. Hierbij wordt bijvoorbeeld ook uitgelegd hoe zij op de beste manier kunnen solliciteren voor een nieuwe baan.
De bibliotheek van Woerden is een voorbeeld van deze meer diverse invulling van een bibliotheek. Hier kun je in de mensenbieb een ‘levend boek’ lenen. Zo kun je bijvoorbeeld met mensen spreken die dakloos, verslaafd of blind zijn. Wanneer je ‘een mens leent’ mag je deze persoon alles vragen. ‘Het levend boek’ hoeft geen antwoord te geven op alle vragen die er worden gesteld. Ook mag ‘het mensen boek’ niet mee naar huis worden genomen. Bij de ingang van de bibliotheek staat een bord waarop het aanbod wordt weergegeven. Zo staat er bijvoorbeeld welke mensen er zijn uitgeleend en welke mensen er beschikbaar zijn. Zo staat er dat onder andere een drugsverslaafde, een slechtziende man en een dakloze vrouw zijn uitgeleend.
De toekomst van de bibliotheek is multidimensionaal: debatcentra en theaters nemen steeds meer hun intrek in de bibliotheek. De bieb moet met zijn tijd meegaan en meebewegen met een steeds veranderende interesses van de maatschappij. Toch willen ook veel mensen de bibliotheek houden zoals het nu is. Boeken lenen blijft de kerntaak van een bibliotheek. De digitalisering van de bibliotheek zorgt voor een andere invulling van de bibliotheek en legt minder de focus op boeken, maar zorgt niet voor de afbreuk van de kerntaken van de bieb. Daarvoor blijven er nog steeds mensen komen. Zo ook het groepje mensen dat hier elke dag om tien uur in de ochtend voor de deur staat, om een krant te lezen of een plaats te bemachtigen om te studeren, binnen de ontmoetingsplaats die de bibliotheek vormt.
Comments