Uit de kleren op een naturistencamping
Tekst: Carolien den Boer Beeld: Naomi Veenhoven
‘Je weet dat dit een naturistencamping is?’ Alsof ik dat niet had bedacht op het moment dat ik een volledig naakte man langs zag fietsten. ‘Ja, dat weet ik en ik zou graag een middagje meelopen, zonder kleren.’ De receptioniste, wel aangekleed, blijft argwanend maar laat op een kleine plattegrond zien hoe ik moet lopen naar het zwembad, de sauna en de bar. En niet onbelangrijk: waar ik mezelf kan uitkleden. Braaf volg ik de voorgeschreven route, langs tenten, caravans en kleine huisjes, richting het zwembad. Net als een groot aantal leeftijdsgenoten ben ik jarenlang onzeker geweest over mijn eigen lichaam. Veel mensen ervaren een sociale druk dat zij een perfect lichaam moeten hebben, bovendien hangt er schaamte en taboe rond het tonen van onze edele delen. Alles letterlijk blootgeven is daarom best een grote stap, ook voor mij. De meeste naturisten daarentegen blijken het als een bevrijding te ervaren om naakt zijn. Ondanks mijn angst om voor het oog van anderen naakt te zijn, ben ik vastberaden om toch uit de kleren te gaan. Zoals het een echte antropoloog betaamt wil ik ervaren wat de meerwaarde is van het naakte leven. Om mijzelf moed in te praten denk ik aan een site die ik tegenkwam toen ik de voorbereidingen trof voor mijn naturistendag. Op de website van een Nederlandse naturist die zichzelf ‘Naturist Kees’ noemt, bevraagt hij waarom de meeste mensen voornamelijk hun geslachtsdelen willen bedekken. ‘Kijk naar de (blote) foto’s van al deze mannen en vrouwen, hun geslachtsdelen zijn vrijwel gelijk, maar de gezichten zijn juist uniek’, schrijft Kees. Als je de gezichten namelijk weg zou halen, zou je deze mensen niet meer herkennen. Hij vraagt zich af waarom wij ons dan toch zouden moeten schamen voor een lichaamsdeel dat de helft van de wereldbevolking hetzelfde heeft? Dagelijks is namelijk het meest unieke aan mijn lichaam, mijn gezicht, voor iedereen zichtbaar.
Kleding niet toegestaan Terwijl ik het zwembad nader, valt mijn oog op een bordje dat naast de voordeur van een van de huisjes hangt. Het is een afbeelding van een bikini met een rode streep er doorheen: ‘kleding niet toegestaan’. Ironisch is het wel, zo’n bordje heb ik weleens gezien op vakantie, bij winkels of kerken. Dan mag je niet té bloot gekleed naar binnen. Bij het zwembad aangekomen begroet een man mij, met enkel een fanny pack om zijn middel. Ook voor mij is het moment waar het allemaal om draait aangebroken, ik moet me uitkleden. Tot mijn verbazing zijn er geen kleine kleedhokjes zoals bij de meeste zwembaden. Een lange gang verbindt de ingang met het zwembad, en dient tegelijkertijd als gedeelde ‘kleedruimte’. In de gang staan een paar bankjes en kapstokken. Het lijkt in eerste instantie raar om mij daar uit te kleden, maar eigenlijk het is heel logisch: waarom zou je je in een afgesloten ruimte uitkleden als je daarna toch naakt naar buiten moet stappen? Deze ruimte biedt mij juist de mogelijkheid om rustig mijn kleding voor het oog van iedereen uit te doen. Omdat het zo geleidelijk gaat, lijkt de stap van uiteindelijk naakt zijn veel kleiner. Nadat ik mijn spullen heb weggelegd loop ik met een handdoek onder mijn arm naar de douches. Ik knik een paar mensen vriendelijk gedag terwijl ik mijn zenuwen probeer te onderdrukken. Ik merk, tot mijn schrik, zodra ik het zwembad zie dat ik toch heel erg opval. Niet omdat mijn naakte lichaam nou zo raar is, maar omdat ik de enige jongere ben. De gemiddelde leeftijd van de 70.000 leden van de Nederlandse Federatie voor Naturisten, ligt boven de veertig jaar, meldt de NRC. Maar in dit zwembad ligt die gemiddelde leeftijd nog zeker twintig jaar hoger. Misschien ook niet zo verwonderlijk: want wie anders dan de gepensioneerde heeft op een doordeweekse middag in april tijd om naar een naturistencamping te gaan?
De babbel-sauna Dat ik zo vroeg in het seizoen op de naturistencamping ben, betekent ook dat het lastiger is om een praatje aan te gaan met mensen. Omdat het mijn eerste keer is op een naturistencamping heb ik wel veel vragen, daarom besluit ik uit tactische overwegingen een zogeheten ‘babbel-sauna’ in te gaan. Als ik naar binnen stap zitten twee vrouwen en een man ieder op een eigen handdoek op de banken. Nadat ik hen heb begroet neem ik plaats in de nog vrije hoek. Wanneer het gesprek tussen het drietal een beetje stilvalt grijp ik mijn kans, ik val gelijk met de deur in huis: ‘Mag ik vragen wat jullie zo fijn vinden aan een naturistencamping?’ Ieder vertellen zij hun eigen redenen, maar unaniem zijn zij van mening dat naakt kunnen rondlopen een bevrijding is. Het is heerlijk om naakt te zwemmen en te zonnen, zijn zij van mening. ‘Je bent gewoon de hele dag buiten en in de zon, zodra het lekker weer is loop je naakt, zo word je lekker bruin, dit kleurtje vind ik een stuk gezonder dan die witte melkflessen die jij hebt.’ Ze stellen mij gerust dat dit niet erg is, dat kleurtje komt vanzelf wel als ik hier vaker kom. Toch beoordelen de naaktlopers elkaar niet op hoe hun lichaam eruitziet. De man in het gezelschap zegt: ‘Je ziet hier alle soorten mensen rondlopen, hele dikke mensen, veel ouderen, maar ook mensen die een ledemaat missen of een borstamputatie hebben gehad.’ De diversiteit in lichamen zorgt ervoor dat je nooit de enige bent die geen atletisch lichaam heeft, een groot zichtbaar litteken heeft van een operatie, of een andere ‘afwijking’. ‘Het gaat er hier om dat iedereen wordt geaccepteerd, waardoor niemand zich meer onzeker hoeft te voelen en vrij kan zijn van schaamte.’ De mevrouw op een groene handdoek vertelt verder dat ze zich in een bikini onzekerder voelt over haar lichaam dan wanneer zij naakt is. Ook al loop ik hier nog maar even rond, deel ik haar ervaring wel. Wanneer ik in een bikini rondloop ben ik bang dat mijn buik te dik is of dat mijn bikinilijn niet goed genoeg geschoren is. Nu ik naakt rondloop heb ik daar nog geen moment over nagedacht. Normaal gesproken probeer ik dit zo goed mogelijk te verbergen. Nu kan ik me echter achter niets verstoppen, waardoor ik de schaamte kan loslaten.
Textiel-camping De man vertelt ook dat hij het fijn vind dat je niet hoeft na te denken over wat je ’s ochtends aantrekt. In het dagelijks leven en op ‘textiel-campings’ ervaart hij het maken van een kledingkeuze wel als een ongemak. Bij het horen van de term ‘textiel-camping’ moet ik eerst even nadenken. Maar eigenlijk is het wel een betere aanduiding dan ‘normale’ camping, want voor niet iedereen is hetzelfde normaal. De nadruk bij andere campings op textiel, en dus veel kleding, doet me ook aan een ander aspect van naturistencampings denken. Naturisten zijn over het algemeen heel milieubewust. En ik denk dat een naturisten vakantie een voorbeeld is van duurzaam reizen. Je hoeft niet alleen weinig bagage mee op reis, maar besteedt ook veel minder geld aan de (over het algemeen) vervuilende kledingindustrie, en bespaart water omdat je niet veel hoeft te wassen. Daarbij heeft het niet dragen van kleding ook sociale voordelen. ‘Normaal kun je aan de hand van iemands kleding een beetje aflezen wat voor soort mens zij zijn, hier kan dat niet.’ Hierdoor vallen de verschillen tussen mensen weg, je kunt geen aannamen maken over iemands persoonlijkheid gebaseerd op het soort kleding dat zij dragen. De enige indicator van sociale positie die hier zichtbaar is betreft leeftijd en geslacht. Dat ik veruit de jongste persoon was die deze dag rondliep heeft echter niet tot rare blikken geleid.
Geheime naaktlopers
Ondanks dat de mensen die ik gesproken heb het heel fijn vinden op een naturistencamping omdat zij hier geen schaamte hoeven te voelen voor hun lichaam, is er wel schaamte naar de ‘buitenwereld’. Zo vertelt een van de vrouwen in de babbel-sauna dat zij het geheim houdt voor haar nieuwe collega’s. Op haar vorige werk wisten ze wel van haar naturistenhobby, maar nu houdt ze het geheim uit angst voor onbegrip. Vragen van haar collega’s over haar vrije dagen of het weer ontwijkt ze liever. ‘Als ik morgen weer op kantoor kom, krijg ik waarschijnlijk de vraag of het lekker was in het zonnetje, lekker in een korte broek, dan doe ik maar alsof ik inderdaad een korte broek aan had. Weten zij veel.’
Ook de man is bekend met dit probleem, de tent van zijn vrouw en hem staat langs de rand van het terrein. Een heg vormt de scheiding tussen een paadje dat in het bos ligt, en hun plekje. Zodat afgedwaalde bosbezoekers niet zomaar het terrein op lopen. Langs dit paadje komt nu regelmatig een paardenkoets langs. Geen probleem vonden ze dat. Tot zijn vrouw van een collega hoorde dat hij vaak op deze koets rijdt. ‘Nu is ze als de dood dat ze hem een keer hier ziet.’
Wanneer de hitte van de sauna mij uiteindelijk echt te veel wordt, stap ik naar buiten. Met hernieuwde trots over mijn lichaam loop ik naar de bar en haal een biertje. Achter de bar staat een jonge, aangeklede, man, en aan de bar zelf zitten ook een paar mensen met kleding aan. Ineens realiseer ik mij dat ik wel heel erg naakt ben in vergelijking met deze mensen. Uit onzekerheid draai ik de rugtas die ik over mijn schouder heb hangen toch iets meer voor mijn lichaam. Blijkbaar heeft een dagje naakt zwemmen en zonnen mij nog niet dusdanig bevrijd dat ik mij comfortabel voel in het bijzijn van aangeklede mensen. Misschien ligt het ook wel aan de context denk ik, terwijl ik mijn biertje op het gras opdrink. Onderhand wordt het ook tijd om te eten, hiervoor besluit ik toch mijn kleren aan te trekken voor ik aan tafel schuif. Ik moet toegeven dat naakt lopen, zwemmen en zonnen heel fijn is, maar ik voel niet veel behoefte om vervolgens naakt te eten, naakt te sporten en naakt te klussen aan mijn vakantiehuisje. Daar trek ik de grens.
Op een naturistenforum kreeg ik het volgende bericht toen ik informeerde naar goede naturistencampings. ‘Maar wel één waarschuwing: als je eenmaal van het blote leven hebt geproefd wil je niks anders meer.’ Persoonlijk denk ik dat de kans klein is dat ik al mijn badkleding weggooi. Maar of een dag ‘bloot recreëren’ voor herhaling vatbaar is? Misschien wel. Ondanks dat het vooraf zo eng leek om naakt rond te lopen, kijk ik er zeker positief en met een goed gevoel op terug. Door de bewustwording dat mijn lichaam niet zo uniek is als ik dacht, ben ik weer iets zekerder geworden.
Comments