Een persoonlijke zoektocht naar de betekenis achter mijn tranen
Tekst en beeld: Rozan Snoek
Vaak schaam ik mij voor mijn tranen. De tranen komen vooral naar boven als ik een conflict of een discussie met iemand heb. Er valt een bepaalde onmacht over mij heen. Ik kan mijn gedachten niet vertalen naar woorden en op dat moment beginnen de tranen te stromen. In een discussie met mijn vader is dit nog prima, maar hoe zit het straks als ik een baan heb en het oneens ben met mijn baas?
Een traan is lichaamsvocht dat in verschillende situaties uit je ogen kan stromen: huilen van het lachen, tranen door de wind op de fiets, tranen tijdens het snijden van een ui of tranen door emotie. Traanvocht is vrijwel altijd aanwezig om je ogen te reinigen, te beschermen en te voeden. Daarnaast zijn er reflextranen die de ogen beschermen tegen rook en wind om irritaties te voorkomen. Het meest fascinerende traanvocht in mijn ogen is echter de emotionele traan. Dit komt omdat het reguleren van emoties vaak uitdagend voor mij is. Vroeger kwamen de tranen namelijk op verkeerde momenten tevoorschijn, waardoor ik erin begon te geloven dat mijn tranen niet ‘acceptabel’ waren. Tegenwoordig uit zich dit in de pogingen die ik doe om mijn tranen te beheersen en te verbergen als ze niet passend zijn in een bepaalde situatie.
Door de verschillende tranen te onderscheiden in types en categorieën, krijg ik inzicht in de betekenis en ervaring van tranen. Als iemand bijvoorbeeld een ui snijdt en huilt, koppel ik dat aan reflextranen en niet aan emotionele tranen. Deze verschillende categorieën en functies van traanvocht maakt het inschatten van de ‘acceptatie’ van tranen complex en tegelijkertijd fascinerend. Om het vocht dat uit mijn lichaam komt beter te begrijpen, neem ik je mee in mijn persoonlijke zoektocht naar de waarde achter mijn (verborgen) tranen.
Sharing is Caring
Vaak ga ik discussies en conflicten uit de weg om tranen van onmacht te voorkomen. Voor deze tranen schaam ik mij namelijk het meest. Ze komen namelijk vooral voor op het moment dat ik mijn gedachten niet kan vertalen en er onbegrip ontstaat bij de ander over wat ik precies wil overbrengen of vertellen. De tranen die op dat moment naar buiten komen, werken me juist tegen, waardoor mijn boodschap waarde kan verliezen. Op zulke momenten ervaar ik geen onderliggende machtsrelaties; toch begin ik langzaam wat meer te begrijpen waarom die schaamte verbonden is aan macht.
De oncontroleerbare tranen die op dat moment over mijn wangen stromen, geven de indicatie dat ik geen controle heb over mijn emoties. Ik stel mezelf zo, naar mijn idee, machteloos op. Tijdens conflictsituaties en discussies kan ik namelijk niet bepalen of de tranen wel of niet naar buiten komen. Tegenwoordig benadruk ik bij de ander dat mijn tranen er zijn, maar dat ze een andere betekenis hebben. Door dit te delen met de ander, krijg ik een gevoel van controle terug. Ik trek de ander weg van het idee dat mijn tranen symbool zouden staan voor mijn emoties, die ik niet zou kunnen bedwingen. Hoewel ik emotioneel word, zijn de tranen er uit frustratie en woede en niet uit verdriet. Het vocht dat over mijn wangen loopt, vertelt de ander niets over de waarde van mijn woorden. Dit geeft mij de mogelijkheid discussies te blijven voeren.
“Huil je nou weer?”
Om inzicht te krijgen in de acceptatie van mijn tranen, haal ik het boek Purity and Danger van antropologe Mary Douglas aan. ‘Waarom een boek waarin reinheid en dreiging centraal staan?’, vraag je je misschien af. Ook ik zou mijn tranen in eerste instantie niet omschrijven als iets wat dreiging of reinheid symboliseert. Toch ben ik hier anders over gaan denken. Want volgens Douglas biedt materie die afwijkt en buiten een categorie valt inzicht in de structuren van de samenleving. Hierbij kan je denken aan koffie. Koffie in een kopje is niet vies, maar zodra de koffie zich op de grond of op je kleding bevindt wordt het wel degelijk viezigheid. Ik verwacht van een ander dat ik de koffie in een kopje geschonken krijg en niet van de grond hoef te slurpen.
De context van de geserveerde tranen heeft invloed op de reactie en acceptatie. Zo is huilen tijdens een begrafenis passender dan huilen om een slecht cijfer. Dit herken ik ook in mijn eigen ervaringen. Als ik vroeger huilde om een onvoldoende op school was dat niet per se omdat die onvoldoende mij verdrietig maakte. Ik huilde om de samenloop van omstandigheden: de moeite en tijd die ik aan de toets had besteed, de bezorgdheid over mijn zieke oma en de ruzie met mijn zusje. Deze ophoping zorgde ervoor dat ik in tranen uitbarstte op een moment dat het niet zo gepast was. En dan kon ik opmerkingen verwachten als: ‘Huil je nou weer?!’, ‘Niet zo aanstellen’, ‘Huil je nou om een slecht cijfer?!’ en ‘Oh, daar gaat ze weer hoor’. Deze opmerkingen hebben mij doen geloven dat ik niet mocht huilen en de tranen voor mezelf moest houden. Ik heb mezelf dus aangeleerd mijn tranen maar te verbergen, waardoor ik tegenwoordig nog amper huil. Dit is niet om zielig te doen, maar juist om een interessante tegenreactie van mijn (emotionele) brein, op mijn lichaam, niet onbesproken te laten.
Tranentrekkers
Tranen zijn echter niet altijd onder te brengen in categorieën en vallen er dus soms tussen. Binnen gekaderde categorieën is er namelijk vaak geen ruimte voor de verschillende omstandigheden die voorafgaan aan het huilen. Emoties bouwen zich op tot een enorme hoop waardoor de tranen dan alsnog naar buiten komen op een ongepast moment. Deze momenten zijn bepalend geweest voor de waarde die ik aan mijn tranen heb gegeven; wat ertoe heeft geleid dat ik mijn tranen ben gaan verbergen. Persoonlijk hoop ik op meer acceptatie bij huilen, juist in die ‘ongepaste’ situaties, zonder daar altijd de extra lading aan te koppelen. Tranen mogen er zijn, toch?!
Ik hoef het niet altijd te begrijpen, maar ik ben mij nu wel een stuk bewuster van het mogelijk komen en gaan van mijn tranen, ook al heb ik er niet altijd controle over. Tranen kunnen symbool staan voor onderliggende machtsverhoudingen en bieden inzicht in de acceptatie van oncontroleerbaar vocht dat uit je lichaam komt. Nu vraag ik mij wel af of ik na het schrijven mijn tranen meer ga accepteren, of nog steeds een beroep zal doen op mijn aangeleerde vaardigheid om mijn tranen onder controle te houden. Het idee om later voor de neus van mijn baas in tranen uit te barsten voelt nog steeds niet helemaal oké, ondanks dat ik nu wel zou snappen waar de tranen vandaan zouden komen. Eén ding weet ik wel zeker, bij de volgende tranentrekker in de bioscoop zal ik mezelf toestaan de kranen weer te openen. Laat die tranen maar komen.
Comments