top of page

Hoe ik tevergeefs racisme onderzocht in Marokko

Tekst en hoofdbeeld: Lotje van den Dungen



Steeds meer migranten komen vanuit Sub-Sahara-Afrika naar Marokko en steeds meer migranten krijgen te maken met discriminatie. Racisme neemt toe in Marokko en er bestaat in het land geen wet die dit tegenhoudt. Een week lang verdiepte ik mij in het racismedebat van Marokko. Gek genoeg werd racisme in het land door iedereen ontkend.


Ik heb het woord ‘tevergeefs’ altijd al een onderschat woord gevonden. Een verhaal dat spannend, ingewikkeld of gedetailleerd verteld wordt, kan volledig ontkracht worden door ‘tevergeefs’ erachteraan te plakken. Alles wat je hebt gezegd valt in het niet, was zonder resultaat, was tevergeefs. Maar toch was het verhaal blijkbaar het vertellen waard. Zo verging mijn onderzoek naar racisme en discriminatie in Marokko ook. Mijn verwachtingen over de rol van Sub-Sahara-Afrikanen in Marokko kwamen niet uit en mijn onderzoek mislukte. Maar het leverde wel nieuwe inzichten op, waardoor het onderzoek niet zo tevergeefs was als gedacht.

Het merendeel van de Marokkanen voelt zich niet Afrikaans

Racisme is een probleem dat overal ter wereld plaatsvindt. In Nederland zijn – ironisch genoeg – de Marokkaanse Nederlanders vaak het zwarte schaap. In Marokko zijn dat veelal mensen van Sub-Saharaanse afkomst. Uit mijn vooronderzoek kwam naar boven dat Marokko een land is waar racisme en discriminatie van deze groep een groot probleem is. Zwarte mensen in Marokko – Marokkanen of illegale immigranten vanuit Sub-Sahara-Afrika – worden benadeeld in het dagelijks leven en worden zelfs op straat uitgescholden voor ‘ebola’ of ‘aids’. Volgens Pauline Chambost, journaliste voor het kritische Marokkaans weekblad TelQuel, relateert dit wij-zij denken aan het feit dat het merendeel van de Marokkanen zich niet ‘Afrikaans voelt’. De Marokkaan beweegt zich tussen een Arabische identiteit, vanwege het geloof en de taal, en een Afrikaanse identiteit, vanwege de geografische ligging.


Bovendien bestaat er geen wet in Marokko tegen racisme. Discriminerend gedrag blijft dus ongestraft. Met de stroom van vluchtelingen in Marokko vanuit verschillende Afrikaanse landen neemt het racisme steeds meer toe en lijkt zo’n wet voor Sub-Saharaanse migranten – de zwarte schapen van Marokko – steeds meer nodig.


Eenmaal in Marokko nam de onzekerheid over het onderwerp en over mijn vooronderzoek de overhand. Racisme en discriminatie zijn erg gevoelige en soms verborgen onderwerpen. Als witte toerist kon ik geen discriminatie zien of voelen en een week lang werd racisme door iedereen ontkend.


‘In Marokko is er geen wet tegen racisme omdat in ons geloof al vaststaat dat je niet mag discrimineren. Het is dus niet nodig’, zei Mohammed Zanafi, docent internationale logistiek en Engels in Tanger. Toen ik hem vroeg of hij zich eerder Arabisch dan Afrikaans ‘voelt’, vertelde Zanafi mij ongevraagd dat Marokkanen altijd gezien worden als tweedeklas Arabiër. ‘Wij zijn liever eersteklas Marokkaan, dan tweedeklas Arabiër.’ Al legde Zanafi mij alles uit over de geschiedenis van de Marokkaan, de Sub-Saharanen en de huidige immigranten, bleef hij ontkennen dat er sprake is van discriminatie in de Marokkaanse samenleving


In Casablanca sprak ik met Mehdi Ezzouate, de oprichter van Forum Anfa. Forum Anfa is een ngo die zich inzet tegen discriminatie en racistische daden in Marokko. De slogan van de ngo, ‘I am Moroccan, I am African’, duidt op de broederschap tussen Marokko en de rest van Noord-Afrika. Daar probeert Forum Anfa de Marokkaanse samenleving op te wijzen. ‘Wij zijn een organisatie die mensen aanmoedigt in vrede en tolerantie samen te leven’, vertelde Ezzouate.


In de Franse waterval aan woorden van Ezzouate herkende ik enkel de woorden ‘conflict’, ‘ras’ en nog wat lidwoorden, dus moest ik hem een ruim halfuur doorvragen naar racisme in Marokko voordat het duidelijk werd wat hij nou eigenlijk tegen me zei. Langzamerhand drong het tot mij door dat hij de aanwezigheid van racisme in Marokko – net als de andere mensen die ik tot dan toe had gesproken – glashard ontkende. ‘Er is geen racisme hier in Marokko’, zei hij. ‘Alle voorbeelden uit de media zijn geruchten. Waar het in werkelijkheid om gaat is een menselijk conflict, in plaats van een conflict tussen rassen.’


Het werd steeds ongemakkelijker in de kleine warme ruimte. ‘Marokkanen haten racisme en discriminatie van nature’, begon Ezzouate weer in de veronderstelling dat ik dan wel zou ophouden met vragen naar racisme. ‘Ten eerste zit het in onze religie dat wij niet mogen discrimineren en daarnaast zijn Marokkanen trots op hun traditie met de gastvrije cultuur.’


Daar zat ik dan. In gesprek met een man die zich inzet tegen racisme en discriminatie in Marokko en tegelijkertijd racisme en discriminatie in Marokko ontkent. Mijn vooronderzoek viel in het niet. Het ging hier niet meer over racisme in Marokko, of over de Afrikaanse identiteit van de Marokkaan en het ging ook niet meer over Ezzouate en zijn Forum Anfa. Door zo gefocust naar racisme te vragen – vooral door dit r-woord in de mond te nemen zonder bewust te zijn van de beschuldigende aard ervan – en door de reactie van Ezzouate, stuitte ik op een thema waar ik gek genoeg overheen had gekeken: de Marokkaanse identiteit. Voor Ezzouate ging het interview over het verdedigen van zijn Marokkaanse cultuur. De gastvrije Marokkaanse cultuur, die ik had aangevallen met het r-woord.


Aan het einde van het ongemakkelijke gesprek pakte ik mijn rugzak uit het kantoortje waar we net een uur in hadden zitten zweten. Ezzouate vroeg mij wat ik tot nu toe van Marokko vond. Een vraag die ik gelukkig wel zonder moeite uit het Frans kon vertalen. ‘Prachtig’, antwoordde ik. ‘En wat vind je van de Marokkaanse mensen?’, vroeg hij er gelijk achteraan. ‘Erg gastvrij en…’ ‘Juist’, zei hij snel, ‘en daarom is hier geen racisme.’


1 view0 comments

Related Posts

See All
bottom of page