top of page

Wandeling door het groen

Contrasten van stadsnatuur

Tekst & beeld: Marije Nieuwland


Maak een wandeling door Rotterdam en de immense diversiteit aan architectonische stijlen springt direct in het oog. Het is een stad waar sinds jaar en dag gesloopt en gebouwd wordt. Maar, ook een stad waar continu gesnoeid en geplant wordt. De variatie aan groen is minstens zo groot als de verscheidenheid aan gebouwen. Op een zonnige donderdag in juli trek ik mijn wandelschoenen aan en probeer ik niet omhoog te kijken naar de hoge bouwwerken, maar omlaag naar de grassprieten.


Het gekortwiekte grasveld aan de Provenierssingel is bedekt met dorre bladeren. Ze zijn uit de bomen gevallen die keurig in een rij langs de weg staan. Het zal hard hebben gewaaid, denk ik. Maar lang zullen de bladeren niet blijven liggen want even verderop harkt een tuinman ze op een bult. Zijn fluorescerende, oranje pak steekt af tussen het groen van het gras en de bomen. Met elke harkbeweging maakt hij het daaronder perfect gemaaide grasveld zichtbaarder.

Hoveniers maken van de stedelijke wildernis een welgeordend geheel. In opdracht van de overheid wordt gezaaid, geplant en onderhouden. Niks wordt aan het toeval overgelaten. Elke plant past binnen een door politici en landschapsarchitecten uitgedacht groenbeleid. En als een ongewenst plantje of pakket bladeren niet in het perfecte plaatje past, wordt dit weggewerkt of verdelgd. Tuinieren wordt op deze wijze een manier van strenge overheidscontrole op de wil van de natuur. Toch valt me op dat het groen in Rotterdam nergens hetzelfde is. Wanneer ik mijn wandeltocht vervolg, loop ik langs strak aangelegde tuinen en rond geknipte struiken, maar ook langs wilde bloemenvelden en ‘onkruid’ dat tussen tegels door groeit. Rotterdam heeft een rijk pallet aan groentinten.


Snoeicultuur

Door de stroming van de Maas te volgen kom ik uit bij een park dat heel treffend ‘Het Park’ heet. Het Park is eigenlijk alles wat je van een park in een grote stad verwacht: velden waar je languit in de zon kan liggen, speciale barbecue-zones, uitgestippelde wandelroutes en een vijver met eendjes waar je oud brood aan kan slijten. Dit soort ‘stadsnatuur’ wordt door de gemeente ontworpen, gecreëerd en tot in de puntjes verzorgd zodat Rotterdammers ervan kunnen genieten op allerlei verschillende manieren. Kortom, het groen staat nagenoeg volledig in dienst van de mens.

‘Cultuurlijk groen’ is de term die haast op iedere pagina van het protocol Beheeraanpak Openbaar Groen Rotterdam terugkomt. Met deze term wordt bedoeld dat de natuur van de stad moet passen bij een intensief gebruik van de buitenruimte. Bij cultuurlijk groenbeheer horen volledig afgemaaide gazons, botanische rozenperken en een veelvoud aan struiken die nauwkeurig gesnoeid zijn. In Het Park vallen vooral de vormen van de struiken me op. Zo wordt de Engelse landschapstuin van het monumentale Heerenhuys gekenmerkt door een labyrint aan vierkante heesters. En even verderop op een heuvel tref ik een rij ovale Buxus-struiken, waarbij de vorm van elke struik nét wat afwijkt van de ander, waarschijnlijk tot frustratie van de hoveniers. Een imperfecte groene perfectie.

Al snel wordt mij duidelijk dat het groen in Rotterdam niet zomaar aangeraakt mag worden. Precieze beleidsplannen, gedragscodes en toolkits worden door de gemeente als leidraad gebruikt. Daarbij is er een beheerkaart die de gehele stad onderverdeelt in de categorieën ‘cultuurlijk groen’, ‘natuurlijk groen’ en ‘exclusief groen’. Want hoewel het centrum vooral uit cultuurlijke stadsnatuur bestaat, is er aan de randen van de stad ook natuurlijk groen te vinden. Hierbij plaatst de gemeente wel de kanttekening dat natuurlijk groen niet écht natuurlijk is, maar een zogenoemde ‘natuurlijke uitstraling’ heeft. Nergens in de stad lijkt sprake van natuurgebieden die zich zonder menselijke inmenging spontaan mogen ontwikkelen.


Filosofie van wildgroei

Ondanks alle soorten cultuurlijk en natuurlijk – maar altijd getemd – groen die Rotterdam rijk is, houdt de gemeente kleine stroken groen over voor creativiteit. Het ‘exclusief groen’ wordt ingevuld door innovatieve landschapsarchitecten zoals de wereldberoemde Piet Oudolf. Oudolf staat bekend als de vader van The New Perennial Movement: een groenbeweging die ernaar streeft om meer spontaniteitin stadsnatuur aan te brengen. ‘Natuurinclusief ontwerpen’, dat is waar we volgens Oudolf meer oog voor moeten krijgen. En hij lijkt zijn zin te krijgen, want de verzoeken blijven binnenstromen. Steden als Londen, Toronto en Chicago moeten genoegen nemen met een plek op de wachtlijst. Ondertussen staan miljoenen toeristen in de rij voor een bezoekje aan de al gerealiseerde tuinen, waarvan de High Line in New York misschien wel de grootste trekpleister is: een wild-ogende tuin die over een oud spoor dwars door Manhattan loopt. Toch is er geen stad zo verknocht aan Oudolf’s ontwerpen als Rotterdam. De stad aan de Maas telt maar liefst drie authentieke Oudolf tuinen.

Het is dan ook niet lang zoeken. Wanneer ik Het Park verlaat en richting de Westerkade wandel, word ik na enkele stappen al omringd door de hoge siergrassen die typerend zijn voor Oudolf’s werk. De zomerse zon schijnt op allerlei soorten bloemen en laat zo de kleuren nog mooier uitkomen. Op het eerste gezicht is de tuin aan de Westerkade een oase van wildgroei en staat daarmee in schril contrast met de strakke, formele uitstraling van het groen dat ik tot dusver in Rotterdam tegenkwam. Maar wanneer ik van een afstandje naar het geheel kijk, valt me op dat er duidelijke patronen zijn. Doordat de planten in vakken gekaderd zijn die om de zoveel meter weer terugkeren lijkt de tuin haast op een schaakbord.

En terwijl ik me te midden van dat schaakbord bevind, aanschouw ik een gestructureerde wildernis die frequent en precies onderhoud behoeft. De prairie-achtige planten geven de Westerkade ieder seizoen een ander karakter. Maar juist een tuin die steeds verandert, heeft deskundige hoveniers nodig. Kennis van de behoeften van alle verschillende planten is essentieel. Hoeveel zon hebben ze nodig en hoeveel water? Bij wie kunnen ze in de buurt groeien en bij wie niet? Soms kan een plant agressief worden naar zijn buren en deze vervolgens overwoekeren. Dat moet je voor zijn als je een tuin in balans wil houden. Volgens Oudolf zijn planten net mensen: ‘je hebt veel ervaring nodig om ze te kunnen sturen.’ De vraag rijst of Oudolf niet het wilde uit de wildernis haalt.

In Rotterdam wordt zichtbaar dat meer wildgroei niet vanzelfsprekend minder inmenging van de mens betekent. De stad wordt gekenmerkt door een uitzonderlijk groenpallet, waarbij iedere unieke tint zorgvuldig is uitgekozen. Toch hebben de verschillende groentinten van Rotterdam één ding gemeen: de hovenier kan zijn handen er niet van afhouden.

Met veel stof tot nadenken loop ik terug richting het station. Opnieuw passeer ik de Provenierssingel. Voordat ik de trein pak, wil ik nog even een blik werpen op het grasveld dat eerder die dag werd ontdaan van dorre bladeren. Nu is er geen blaadje of takje meer te bekennen.

15 views0 comments

Related Posts

See All
bottom of page